Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BA0005

Datum uitspraak2006-12-06
Datum gepubliceerd2007-03-08
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Utrecht
Zaaknummers222950/KG RK 06-1541
Statusgepubliceerd
SectorVoorzieningenrechter


Indicatie

Verzoekschrift ex artikel 64 lid 3 Rv


Uitspraak

beschikking RECHTBANK UTRECHT Sector handels- en familierecht zaaknummer / rekestnummer: 222950 / KG RK 06-1541 Beschikking van 6 december 2006 in de zaak van DE ONTVANGER VAN DE BELASTINGDIENST UTRECHT-GOOI, kantoorhoudende te Utrecht, verzoeker, procureur mr. B.F. Keulen. 1. Het verloop van de procedure 1.1. Op 5 december 2006 heeft verzoeker een verzoekschrift ex artikel 64 lid 3 Rv ingediend, welk verzoekschrift aan deze beschikking is gehecht. 1.2. Verzoeker is in de gelegenheid gesteld een toelichting op het verzoek te geven in verband met het voornemen van de voorzieningenrechter het verzoek af te wijzen. Op 6 december 2006 heeft verzoeker bij monde van zijn advocaat telefonisch een nadere toelichting op het verzoek gegeven. Voorts heeft verzoeker het verzoek per fax toegelicht en nader onderbouwd. 2. De beoordeling van het verzoek 2.1. Het verzoek strekt tot het verkrijgen van verlof om op 8 december 2006 ten laste van voertuigbestuurders, waarvan de namen nog niet bekend zijn, hernieuwde bevelen tot betaling en/of beslagexploten te betekenen op alle dagen en uren. 2.2. Verzoeker stelt dat op 8 december 2006 tussen 15.00 uur en 24.00 uur door de Politie Utrecht een verkeershandhavingscontrole in Utrecht zal plaatsvinden waarbij wordt samengewerkt met de Belastingdienst. Daarbij zal aanhouding geschieden van personen met een motorrijtuigenbelastingschuld. Voorts zal de politie onder meer bestuurders van op kenteken gesignaleerde motorrijtuigen aanhouden bij overtreding van de verkeerswetgeving. In dat geval zal de belastingdeurwaarder controleren of de bestuurder van het motorrijtuig voorkomt in een bestand van "wanbetalers", dat wil zeggen personen die niet hebben gereageerd op aanmaningen en dwangbevelen alsmede personen ten aanzien van waarvan uit verhaalsonderzoek is gebleken dat verhaal door middel van een loonvordering of een derdenbeslag niet goed mogelijk is. Getracht wordt om de belastingschuld ter plaatse te incasseren. In een aantal gevallen zal het noodzakelijk zijn dat ter plekke tussen 20.00 en 24.00 uur een hernieuwd bevel tot betaling wordt betekend en/of een beslagexploot moet worden uitgebracht. Volgens verzoeker komt de ratio van artikel 64 lid 1 Rv, te weten het respecteren van de benodigde tijd voor (nacht- en zondags-)rust, niet in het geding. 2.3. Het verzoek strekt blijkens het voorgaande tot het verlenen van verlof voor een al-gemene, niet op een bepaald exploot gerichte, ontheffing. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter biedt artikel 64 lid 3 Rv geen mogelijkheid voor het verlenen van een dergelijk verlof. Per concreet geval dient immers te worden beoordeeld of verlof kan worden ver-leend tot het uitbrengen van exploten op alle dagen en uren. Dit wordt niet anders door het feit dat het verzoek betrekking heeft op één specifieke politiecontrole. Ook indien, zoals subsidiair is verzocht, het verzoek uitsluitend betrekking heeft op aanhoudingen die plaatsvinden op grond van artikel 22a lid 4 Invorderingswet, kan dit geen reden opleveren om het gevraagde verlof te verlenen, aangezien ook in dat geval geen toetsing kan plaatsvinden of aanleiding bestaat tot het gevraagde verlof. Om deze redenen dient het gevraagde verlof te worden geweigerd. Voorts geldt het volgende. 2.4. Ingevolge artikel 64 lid 3 Rv kan de voorzieningenrechter verlof verlenen om een exploot te betekenen op alle dagen en uren. Dit geldt in afwijking van de hoofdregel van artikel 64 lid 1 Rv dat geen exploot mag worden gedaan tussen acht uur 's avonds en zeven uur 's ochtends. De voorzieningenrechter leidt uit dit wettelijke stelsel af dat er in ieder geval enige aanleiding dient te bestaan om verlof te verlenen voor het uitbrengen van een exploot gedurende de uren die zijn bedoeld voor de (nacht- en zondags-)rust. 2.5. Verzoeker stelt dat het verlof is bedoeld voor gevallen waarin de belastingschuld moeilijk invorderbaar is. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter volgt uit deze stelling niet dat in die gevallen ook een bijzondere aanleiding bestaat om exploten buiten de normaal daarvoor bestemde uren te betekenen. Immers, het enkele feit dat een belastingschuld moeilijk invorderbaar is impliceert niet zonder meer dat het in die gevallen nodig is om de dwangbevelen uit te brengen juist tijdens de uren die zijn bedoeld voor de avond/ nacht- en zondagsrust. 2.6. Het enkele feit dat het uit praktisch oogpunt voor de Belastingdienst blijkbaar de voorkeur verdient om exploten onmiddellijk tijdens bedoelde actie te betekenen kan evenmin tot het oordeel leiden dat moet worden afgeweken van het wettelijk uitgangspunt dat exploten moeten worden uitgebracht tussen zeven uur 's ochtends en acht uur 's avonds. 3. De beslissing De voorzieningenrechter weigert het gevraagde verlof. Deze beschikking is gegeven door mr. H.J. Schepen en in het openbaar uitgesproken op 6 december 2006.